Hét grote Sinterklaasgeheim

Kinderen die niet meer geloven

 

 

Alleen al vanwege zijn vele kostuums moet Sinterklaas wel in een groot kasteel wonen.
Van zijn luxe mantel die hij tijdens de landelijke intocht draagt tot het ogenschijnlijk oude gordijn dat hij op vrijdagavond bij een bezoek aan de studentenvereniging draagt.  En van een prachtige kokermijter tot een hoofddeksel dat eerder doet denken aan een hoedje van papier.  En dan zijn baard, die lijkt iedere dag wel een andere lengte en krul te hebben.

En toch is voor kinderen iemand met een zwabber onder zijn kin en een rode puntmuts op zijn hoofd Sinterklaas.  Oke, oudere kinderen zien op een gegeven moment dat het niet de ‘echte’ Sinterklaas is, maar weten dan uit te leggen dat het wel een echte hulpsinterklaas is. In elk geval niet zomaar iemand die zich verkleed.

 

 

 

Toch komt er een moment dat alle kinderen hét grote Sinterklaasgeheim te weten komen. Op welke leeftijd en welke manier ze dit te weten komen verschilt, daarom is het voor ouders ook wel eens lastig om te bepalen wat nou een goed moment is of hoé je het dan vertelt aan je kind. 

 

 

Natuurlijk trap ik eerst de open deur in dat ieder kind uniek is. Er is dus geen kant en klare aanpak die voor alle kinderen werkt, uiteindelijk zal je dus altijd moeten kijken wat past bij jouw kind. Wel kan ik enkele kaders schetsen die mogelijk richting kunnen geven.

 

 

Volg het tempo van het kind

Jonge kinderen denken nog magisch, wat betekent dat zij nog geen onderscheid maken tussen fantasie en realiteit. Hún fantasie is de realiteit en daarvoor bedenken zij hun eigen magische verklaringen. We zeggen niet voor niks dat een kind gelooft in Sinterklaas. Geloven is anders dan weten, maar ook zeker meer dan denken. Geloven komt voort uit een soort magische overtuiging.

Als ouder kun je natuurlijk proberen om jouw kind van vijf jaar te vertellen dat Sinterklaas niet bestaat, maar dikke kans dat jouw kind hooguit jouw versie als jouw versie accepteert, maar dat het bij het zien van een Sinterklaas zijn eigen geloof ervaart.
Kortom, als een kind er nog niet klaar voor is om de realiteit onder ogen te zien zal je als ouders van goeden huize moeten komen om hem of haar van het tegendeel te overtuigen.

 

 

Van magisch naar abstract denken

Pakweg rond de leeftijd van 6 á 7 jaar oud vindt er een verandering plaats in het denken van kinderen. Het magische denken maakt langzaam plaats voor meer concreet en later zelfs abstract denken. Ze gaan onderscheid maken tussen mensen en bijvoorbeeld handpoppen, dat baby’s niet door een ooievaar gebracht worden maar ‘groeien’ in moeders buik. Ook leren ze dingen als oorzaak en gevolg of hoe iets ontstaan is in te zien.
De meeste kinderen beginnen dan vragen te stellen wanneer zij een ‘logische’ verklaring voor bedacht voor iets ingewikkelds en zullen jouw uitleg of verklaring ook serieus in overweging gaan nemen.

 

Dit is een natuurlijk moment waarop kinderen ook vragen zullen gaan stellen over Sinterklaas. Hoe het paard van Sinterklaas eigenlijk op het dak terecht komt, waarom kinderen uit groep 8 zeggen dat Sinterklaas niet bestaat,  hoe Piet eigenlijk binnen komt in een huis zonder schoorsteen, etc. etc.
De eerste jaren zullen ze nog genoegen nemen met een half antwoord of zullen ze een beeld hebben wat is gebaseerd op een combinatie van fantasie en werkelijkheid.  
In deze fase stellen ze vooral nog vragen uit interesse of onbegrip omdat het toch wel gek is dat zo’n oude man met een paard over het dak rijdt. 

Kritische vragen

Zo rond een jaar of 7 á 8 oud zullen de vragen van de kinderen veranderen van informatief naar een meer kritische toon. Het kind begint blijkbaar zelf te twijfelen en kan steeds beter inzien dat bepaalde elementen sowieso niet waar kunnen zijn.

Dit is als een geul op het strand die water meevoert, het begint met een klein eerste stroompje. Het water voert beetje bij beetje meer zand van de geulwanden mee waardoor het water sneller kan gaan stromen. De geul wordt breder en breder en het water kan steeds sneller gaan stromen, hierdoor spoelt steeds meer zand weg en is er geen houden meer aan.

Op een gegeven moment gaat het kind twijfelen en begint het water te stromen, steeds meer van de fantasie spoelt weg en maakt ruimte voor inzicht. Dit is vaak een goed moment om op in te haken.

 

 

 

Wat zeg je?

Door in te haken op de vragen die het kind zelf stelt kun je in eerste instantie inhaken op de twijfel die het kind zelf al heeft. “Wat denk je zelf? ”  of  “hoe denk jij dat …. ? “  
Zo weet je niet alleen op welk spoor het kind zelf zit, maar hoef je zelf ook niet direct een antwoord te formuleren.
Afhankelijk van de reactie van jouw kind kun je dit ondersteunen met enkele mysterieuze opmerkingen als “Zou dat écht kunnen? “ of  door een tipje van de sluier op te lichten.

 

Laat het kind zélf de conclusie trekken

Uiteindelijk zal jouw kind zelf tot de conclusie komen dat Sinterklaas gewoon niet echt kán zijn.  Hierop kun je inspelen door te benoemen dat het eigenlijk een ‘geheimpje’ van de grote mensen is en dat alleen kinderen het mogen weten die oud genoeg zijn.

Samen kun je dan de laagjes van het Sinterklaasverhaal afpellen en het kind een inkijk bieden in de realiteit.


Sinterklaas leeft niet, maar bestaat wel

Afgelopen jaar heb ik zelf enig onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Want eigenlijk willen we dat kinderen eerlijk zijn, maar waarom mogen wij als volwassenen dan wel liegen? En is het echt liegen of spelen we slechts in op de fantasie van kinderen? En hoe voorkomen we dat kinderen zich bedrogen voelen en het hele Sinterklaasfeest in duigen zien vallen.

 

De conclusie die het beste bij mij past is dat Sinterklaas iets anders is als Sint Nicolaas. Of beter gezegd dat Sinterklaas niet leeft, maar wel bestaat. Sinterklaas heeft vroeger écht bestaan, althans, Sint Nicolaas.

 

Sint Nicolaas was een bisschop die arme kinderen te eten gaf en andere mensen probeerde te helpen. Na zijn dood (een paar duizend jaar geleden) wilde men dat mensen hem nooit zouden vergeten en daarom gingen zij ieder jaar op 5 december zijn verjaardag vieren en noemde deze dag Sinterklaas. Soms verkleedde iemand zich als Sint Nicolaas, maar ieder jaar kregen de kinderen cadeautjes of een lekkernij.  Het lief zijn voor elkaar en elkaar leuke dingen geven is wat Sint Nicolaas wilde en dat is wat wij nu nog ieder jaar vieren.
Het échte Sinterklaasfeest gaat dus niet om wie of hoe Sinterklaas gevierd wordt, maar dát het gevierd wordt!
Hulpsinterklazen of –Pieten bestaan dus eigenlijk niet, want iedereen die probeert het feest ter ere van Sint Nicolaas te blijven vieren is weliswaar niet dé echte Sint Nicolaas, maar in feite wel één echte Sinterklaas of Piet. 

Kinderen die het geheim eenmaal weten mogen helpen het Sinterklaasfeest in leven te houden, een belangrijke taak! Natuurlijk krijgen zij zelf ook nog gewoon cadeautjes en lekkernijen, dat hoort immers bij het feest en zelfs volwassen mensen geven dat dus nog aan elkaar.

 

 

En dan?

De meeste kinderen zullen het op deze manier jammer vinden dat dé echte Sint Nicolaas niet bestaat, maar zeker zo stoer vinden dat zij hét grote geheim ontrafelt hebben.   Wij hebben het niet verteld, zij hebben het zelf ontdekt!
Het is ook de kunst om de insteek te pakken dat het kind niet zozeer iets verliest, maar dat het in een andere variant mag gaan vieren.

 

Om dit te bereiken is het belangrijk om erachter te komen waarom je kind eventueel verdrietig of boos reageert.  Hij kan bang zijn dat hij nu geen cadeautjes meer krijgt of dat het nu niet meer gezellig zal zijn.  Leg dan uit dat het Sinterklaasfeest gewoon onveranderd gevierd blijft worden  en  dat jouw kind nu juist iets éxtra’s weet.

 

 

Hulpmiddeltje

Naast het beantwoorden van vragen van je kind kun je kiezen voor een boek dat inspeelt op de twijfel van je kind. Hierin staat vaak een kind centraal dat twijfels heeft. Dit kind krijgt gaandeweg uitgelegd hoe het Sinterklaasfeest echt in elkaar zit en dat de manier waarop zij het Sinterklaasfeest vieren niet zal veranderen.

 

Voorbeeld: Pedro en Solana, het grote Sinterklaasgeheim. 
Pedro en Solana willen graag Zwarte Piet worden. Ze doen mee met de Pietentest en proberen hun Pietendiploma te halen. Dat valt nog niet mee, maar ze doen erg hun best. Maar wie is die geheimzinnige dief? Zijn er nep Pieten aan boord van de stoomboot? En wat is er met Sinterklaas aan de hand? Het wordt een spannend avontuur, waarbij onze vrienden stapje voor stapje het grote Sinterklaasgeheim leren kennen. Wil jij ook weten wat het geheim is? Dan zul je dit vast een leuk boek vinden. Maar pas op. Je mag het alleen lezen als je oud genoeg bent. En dan moet je eerst beloven dat je het geheim aan niemand zult vertellen.    (Link naar het boek)

 

 

Laatste huisbezoek?

 

Gelooft jouw kind of één van de kinderen niet meer? Of twijfelt het nog nét over het grote geheim achter het Sinterklaasfeest?  Eventueel kun je mij inhuren voor een huisbezoek waarin de grote openbaring besproken wordt, waarin Sint met een knipoog het oudste kind welkom heet in de wereld van de grote mensen. Zo wordt een bijzondere periode op bijzondere wijze afgesloten en ervaart het kind dat het Sinterklaasfeest gewoon doorgaat, ook nu hij het grote geheim weet.

 

 

 

 


Meer informatie over mijn concept ‘Sinterklaas op maat’  vind je op www.frankvoorthekke.nl/sint

 

 

Meer lezen? 

Lees dan ook mijn blog  "Spanning rond een bezoek van de Sint"   of  "Sinterklaasspanning".

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pagina-einde